Ons klimaat verandert. We worden steeds vaker geconfronteerd met extreme weersomstandigheden: meer en zwaardere buien, maar ook vaker droogte en hitte. Bij de ruimtelijke inrichting van steden is daar vaak geen rekening mee gehouden. Het extremere weer leidt daardoor steeds vaker tot grote problemen met overlast, schade en hoge kosten tot gevolg. De kwaliteit van de stad als plek waar geleefd, gewerkt en gerecreëerd wordt, staat onder druk.
De laatste jaren is veel onderzoek verricht naar de gevolgen van klimaatverandering en wat dat betekent voor steden. Er is een groeiend besef van urgentie om beter rekening te houden met de extremere omstandigheden. Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben de gezamenlijke ambitie vastgelegd dat Nederland in 2050 zo goed mogelijk klimaatbestendig is ingericht. Daarvoor is besloten dat klimaatbestendig inrichten uiterlijk in 2020 onderdeel is van het beleid en handelen van overheden.
Gemeenten werken aan de inrichting van de stad, de openbare ruimte, het stedelijk groen en het water. Van hen wordt verwacht dat ze de gestelde ambitie omzetten in concrete uitvoeringsplannen voor (her)inrichting van bijvoorbeeld een straat of een wijk. Zij staan voor de vraag hoe het aspect klimaatbestendigheid hierin mee te nemen.
In het proces tot besluitvorming over inrichting van een straat moeten mogelijkheden van klimaatbestendigheid in beeld zijn en afgewogen worden. Daarbij is goede informatie essentieel. Gemeenten geven aan dat er behoefte is aan kennis over hittestress en lokale gevolgen. Meer inzicht is gewenst in de technische aspecten van regen- en hittebestendige inrichting, waarbij voorbeelden gewenst zijn van uitgewerkte inrichtingsvarianten. Ook wordt gewezen op het gebrek aan goede informatie over kosten en baten.
In diverse onderzoeksprojecten zoeken wij naar antwoorden op bovenstaande vragen.